vroeger Strongyle, Dia, Dionysias, Callipolis genaamd, thans Naxia, grieksch eiland in de Egeische Zee, het grootste der Cycladen, circa 7 vierk. mijlen met 22,000 inw.; reeds in de oudheid beroemd door zijne vruchtbaarheid en door zijne marmergroeven. Toen N. nog onbewoond was, werd daar, volgens de fabel, Ariadne verloten doorTheseus.
De Bacchus-vereering had op N. haren voornamen zetel. Gecolonisecrd door Cariérs, werd N., na lang onafhankelijk geweest te zijn, door Pisistralus onder het juk van Athene gebracht; na den Ionischen opstand kwam N. onder de heerschappij van Dariusl; tijdens den inval van Xerxes trad N. in bondgenootschap met Athene, welk bondgenootschap echter reeds spoedig ontaardde in een protectoraat. Bij N. overwou Chabrias de Peioponneezische vloot 376 v. Chr. Even als nagenoeg al de eilanden van den archipel, behoorde N. tot het aandeel van Venetië na de bemaehtiging van Constantinopcl in 1204. Met de naburige eilanden vormde N. het hertogdom van Naxos en der twaalf Cycladen. Omstr. 1478 werd het aan de Venelianen ontweldigd door de Turken. Hoofdplaals van het eiland is hel oude N. (thans Naxia), op de noordwestkust, met haven, citadel en 5000 inw.N., oudtijds stad op Sicilië; zie TAUROMENIUM.