zoon van den riviergod Cephissus en de nimf Liriope, was een jongeling van ongemeene schoonheid. Hij versmaadde de liefde van de nimf Echo, die zich dit derwijze aantrok, dat zij verdroogde van verdriet.
Kort daarna zag N. toevallig zijn eigen beeld in het water en werd in eens zoo verliefd, dat hij er naar greep om het te omhelzen. Toen hij gewaar werd dat hij die schoone gestalte niet in zijne armen kon drukken, werd hij zoo verdrietig, dat hij van minnepijn wegkwijndc, waarop de góden hem uit medelijden veranderden in de bloem, die zijn naam draagt. Naar hem verstaat men onder den naam van N. een ingebeelden, zich zelven vergodenden jongen kwast.