Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Gepubliceerd op 29-11-2021

Narbo

betekenis & definitie

MIG, het oude Narbo Martius, meestal kortweg Narbo, ook wel Julia Paterna of ColoniaDeeumanorum genaamd, stad in ’t fransche dept. Aude, waarvan het de hoofdplaats is, ligt, op 12 uren gaans afstands beoosten Carcassonne, aan het kanaal van N„ dat door den vijver van Sigean in gemeenschap slaat met de Middellandsche Zee, en heeft 14,500 inw.

Gesticht door de Atacini, werd N. anno 118 v. Chr. tot romeinsche kolonie aangelegd door Martius (vandaar de naam Narbo Martius) en was en bleef tot den tijd van Augustus de voornaamste wapenplaats der Romeinen in Gallië; onder Augustus werd het de hoofdplaats eerst van geheel Gallia Narbonensis, later van Narbonensis la, en viel, slechts na een langdurigen wederstand te hebben geboden, in de macht der West-Gotlien (462), onder wie het een der voornaamste steden van Seplitnanië was. Sedert Karel den Groote had N. eigene graven of vice-graven, onderhoorig aan het graafschap Toulouse; de laatste vice-graaf van N„ Willem lil, sneuvelde 1424 voor Ivry. Het vice-graafschap N., in eigendom overgegaan aan Gaston, graaf van Fois, werd door dezen tegen het hertogdom Nemours afgestaan aan Lodewijk XII, en heeft sedert dien tijd altijd aan de kroon van Frankrijk behoord.

< >