Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Gepubliceerd op 29-11-2021

Menecrates

betekenis & definitie

grieksch geneeskundige, geb. te Syracuse, leefde omstr. 360 v. Chr.; hij is vermaard door zijne hoovaardij en ijdelheid.

Aan Philippus, koning van Macedonië, schreef hij: »Menecrates Jupiter aan Philippus, heil!” waarop de macedonische koning antwoordde: »Philippus aan Menecrates, gezondheid en gezond verstand!" Eens had dezelfde koning hem te gast genoodigd ; maar terwijl aan al de andere genoodigden volop keur van spijzen opgedischt werd, werd aan M. niets anders voorgezet dan wierook.

< >