Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Gepubliceerd op 29-11-2021

Marbod

betekenis & definitie

of Maroboduüs, koning der Marcomannen, die hij uit hunne woonplaatsen aan den Main overbracht naar het tegenw. Bohemen, waar hij een rijk vormde, dat samengesteld was uit verscheidene germaansche volksstammen.

Herman de Cherusker beoorloogde hem anno 17 na Chr.; en door de kuiperijen der Romeinen, en de wraakzucht van Catualda, den Goth, werd M. genoodzaakt zijn heil te zoeken in de vlucht. Tiberius wees hem Ravenna tot verblijfplaats aan, waar hij 18 jaren later stierf.

< >