Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Gepubliceerd op 29-11-2021

Liëoe-khiëoe

betekenis & definitie

of Loe-tsjoe, groep eilanden in den Groolen Oceaan ; ze vormen een eigen rijk, dat echter schatplichtig is aan China, liggen tusschen Japan ten N„ China ten W. en de Madzjicosimaheilanden ten Z. W., hebben eene gezamenlijke bevolking van omstr. 100,000 zielen, zijn samen ruim 85 vierk. mijlen groot, en zijn 36 in getal, waarvan de voornaamste: Groot Loe-tsjoe, of Okinawa (op dit eiland de stad Sjoeï, waar de vorst der L.-K. resideert, en de zeeplaats Napa, de voornaamste haven der geheele groep), Klein Loe-tsjoe, Komisang en Lun-hoen.

Op de L.-K is de godsdienst van Fo de heerschende. De Chineezen werden eerst omstr. 605 na Chr. bekend met het bestaan van deze eilanden; zij betwistten die lang aan de Japanneezen, en bleven er eindelijk in 1372 meester van.

< >