Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Gepubliceerd op 29-11-2021

Leonardo Leo

betekenis & definitie

uitmuntend italiaansch componist, geb. omstr. 1694 te Napels, als kapelmeester aan het Conservatoire van Santo-Omifrio aldaar gest. 1742, componeerde een aantal operaas (o. a. Tamerlane, 1722), eenige komieke operaas, vele oratoriën, motel ten en cantaten, en een Miserere, dat een meesterstuk is.

< >