Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Gepubliceerd op 29-11-2021

Kadzjars

betekenis & definitie

Kadjars, Kadscharen, d. i. Vluchtelingen, aanvankelijk werd deze naam door de Turken gegeven aan de turksche deserteurs, aan wie schach Abbas I in het laatst der 16e eeuw eene wijkplaats verleende; ze vestigden zich in vrij grooten getale in Mazanderan, waar ze weldra een machtigen volksstam vormden.

Uit dien stam was onder de regeering van schach Thamasp II over Mazanderan een landvoogd aangesteld, wiens zoon Mohammed-Hassan-khan zich omstreeks 1748 onafhankelijk verklaarde, bij gelegenheid van de perzische onlusten, veroorzaakt door den dood van Thamasp. Na eerst slechts over de noordelijke provinciën (Mazanderan, Ghilan, Asterabad) geregeerd, en verscheidene mededingers (o. a. Kerim-khan) te beoorlogen gehad te hebben, maakten de K. zich 1794 voor goed meester van den troon van Perzië. Be vorsten uit de dynastie der K. zijn:Mohammed-Hassan-khan van 1748 tot 1758

Aga-Mohammed, zoon van den vorige van 1794 tot 1797

Baba-khan, die meer bekend is onder den naam van Feth-Ali-schach, neef van Aga-Mohammed van 1797 tot 1834

Mohammed-Mirza, kleinzoon van Feth-Ali van 1834

< >