geb. 1734, eerste kamerdienaar en gunsteling van Lodewijk XV, werd na den dood van dien vorst pachter-generaal, beoefende de letteren en schoone kunsten, en gaf verscheidene werken in het licht, op eene kostbare wijze gedrukt. Men heeft van hem : Essai sur la musique ancienne et moderne; Essai d’histoire chronologique; Voyage pittoresque de la France; Histoire abrégée de la mer du Sud; Mémoires historiques sur Raoul de Crécy.
Hij heeft ook verscheidene tooneelstukken op muziek gebracht. Hij viel 1794 als slachtoffer der omwenteling.