Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Gepubliceerd op 29-11-2021

James Marsh

betekenis & definitie

engelsch scheikundige, geb. 1790, gest. 21 Juni 1846 te Londen, liet zijn gezin bijna in volslagene armoede achter, in weerwil dat hij een beroemden naam had, vooral door zijne uitvinding van het naar hem genoemde apparaat, om de aanwezigheid van de minste of geringste hoeveelheid arsenicum te ontdekken.

< >