Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Gepubliceerd op 29-11-2021

Ibrahim

betekenis & definitie

turksch sultan, broeder van Amurat IV, beklom den troon in 1640. Bevreesd voor de wangunst van zijnen broeder, had hij zich sedert lang laten doorgaan als leed hij aan onnoozelheid of idiotisme; nauwlijks echter was het tijdstip daar, om den troon te beklimmen, of hij wierp het masker af.

Hij gaf zich over aan allerlei liederlijkheden en wreedheden, zoodat er een aigemeene opstand tegen hem uitbrak, en hij zich genoodzaakt zag afstand van den troon te doen (1649). Hij werd in het serail opgesloten, en daar eenige dagen later gewurgd. Onder I.’s regeering valt het beleg van Azof (1641) en de oorlog van Candia, ondernomen tegen de Venetianen.

< >