1) koning van Tyrus, zoon van Abibal, regeerde van 1033 tot 999 v. Chr.
Hij sloot een verbond met David, en leverde het goud en zilver en cederhout, benevens velerlei werklieden, benoodigd voor den tempelbouw te Jeruzalem; II Sam. 5; 11; I Kon. 5: 1—12; 9 :11,12,14,27; 10: 11, 22; I Chron. 14: 1.2) Hiram Abi, bouwmeester uit Tyrus, werd op de aanbeveling van koning Hiram belast met het opzicht over den tempelbouw te Jeruzalem. Volgens de overlevering werd hij door een gedeelte der werklieden vermoord. (In het O. T. is deze H. vermeld: I Kon. 7 : 13, 40, 45; II Chron. 4 : 11, lö). De moord van H. is het onderwerp geworden van eene allegorische mythe,die eene groote rol speelt in de Vrijmetselarij.