1) een zoon van Ruben en stamvader der Hezronieten; Gen. 46: 9; F.xod. 6: 13; Num. 26: 6; I Chron. 5: 5.
2) een kleinzoon van Juda; Gen. 46: 12; Num. 26: 21 (waar deze H. als de stamvader der Hezronieten vermeld wordt); Ruih 4: 18, 19; I Chron. 2 en 4.