zoo noemden de Romeinen de zeeêngte die Sardinië van Corsica scheidt, tegenw. Bocca-di-Bonifacio, d. i. de Bonifacius-straat.
In verbinding met een bijvoegelijk naamwoord, of met den tweeden naamval van een substantivum, beteekende F. zooveel als gracht of kanaal, en werd ook wel als naam voor steden gebruikt; zoo had men :
Fossa Claudia, tegenw. de venet. stad Chioggia.
Fossa Corbulonis, aangelegd door het eiland der Batavieren, ter verbinding van de Maas met den Rijn; heet tegenw. de Vliet.
Fossa Drusiana, of Drusus-gracht, waardoor de noordelijke arm van den Rijn (de IJsel) verbonden werd met het meer Flevo.
Fossa Eugenia. Zie EIJGENIAANSCH KANAAL.
Fossa Mariana, een kanaal, dat van de Rhône naar Marseille liep; het werd gegraven anno 103 door de troepen van Marius, terwijl hij de Cimbren afwachtte.
Fossa Neronis, een kanaal, dat niet voltooid werd, maar dat van de golf van Puteoli naar Ostia moest loopen.
Fosste Philistinae, kanalen, waardoor de Beneden-Po in gemeenschap stond met den Athesis.
Fossa van Xerxes, de bekende doorgraving op het Athos-gebergte.
