1) de grootvader van Jozua ; Num. I: 10; 2: 18; 7; 48, 53; 10: 25; I Chron. 7: 26.
2) de grootvader van Ismaël; II Kon. 25 : 25; Jerem. 41 : 1.
3) nog vijf verschillende personen; I Chron. 2 : 41; 3 : 6, 8; 14 : 7; U Chron. 17 : 8: Jerem. 36 : 12, 20, 21.