of Ægina, tegenw. ook Engia of Engina, een der Sporadische eilanden in Saronische golf (Golf van Egina), behoort tot het grieksche gouvernement Attica, is 4^ vierk. mijl groot, bevolkt met 6000 zielen, vruchtbaar en levert voortreffelijke amandelen, en heeft tot hoofdstad E., met 3000 inw. en goede haven. De oorspronkelijke naam van het eiland was (Enone \ doch het ontving den naam van E., zegt men, naar de nimf Egina, wier zoon Eacus over het eiland regeerde.
Het werd bevolkt door Myrmidonen ; vervolgens veroverd door de Doriérs; het had eene aanzienlijke zeemacht in de 7e eeuw v. Chr.; omstr. 540 v. Ghr. maakte E. zich van de Doriérs onafhankelijk; wel onderwierp het zich 490 v. Chr. aan de Perzen, maar streed dapper tegen hen bij Salamis en bij Mycale (480— 479 v. Chr.). Omstreeks 457 v. Chr. maakten de Atheners zich meester van E., doch het herwon zijne onafhankelijkheid in den Peloponnezischen oorlog, na den slag van -Egospolamos, en de Atheners deden later herhaalde malen te vergeefs pogingen om E. weder onder hun gezag te brengen. Nog tegenw. bewondert men de prachtige ruinen van den tempel van Jupiter in de stad E. De Egineten, zegt men, hebben het geldmunten -uitgevonden. Zie voor eginetische kunst het art. .EGINETISCHE KUNST.
