graaf van Oost-Friesland, geboren 15 Jan. 1460, werd na den dood zijner moeder als graaf van Oost-Friesland gehuldigd, en heeft eene belangrijke rol gespeeld in de geschiedenis der nederlandsche provincie Groningen. Na met en voor hertog George van Saksen het beleg voor Groningen opgeslagen te hebben (1505), ging hij 17 April 1506 te Termunten in het geheim een verdrag aan met de Groningers, waarbij deze hem erkenden als hun beschermheer tegen de Saksische overheersching ; in Mei daaropvolgende nam E., aan het hoofd van omstreeks 6000 man krijgsvolk, de stad Groningen in bezit, in naam van het Heilige Roomsche Rijk, en werd er kort daarna op plechtige wijze als Heer gehuldigd.
Daar hertog George zich voorshands niet tegen E. opgewassen voelde in legersterkte, ging hij een minnelijk verdrag met E. aan; doch later (1514) kwam hertog George, in bondgenootschap met den bisschop van Utrecht, verwoesting en oorlog aanrichten in Groningerland. Wel riep E. de hulp in van hertog Karel van Gelder ; doch deze liet E. in den steek, en werd zelf door de Groningers als Heer gehuldigd, waarmede E.’s bewind over Groningen een einde nam 1514. Hij stierf 15 Febr. 1528 te Emden.