Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Gepubliceerd op 21-10-2021

E. f. h. audibert

betekenis & definitie

fransch letterkundige, geb. 27 April 1797 te Marseille, waar zijn vader advokaat was, studeerde in de regten, werd advokaat te Parijs, in 1822 bij het ministerie van buitenl. zaken geplaatst als particulier secretaris van Chateaubriand, was 1829 benoemd tot prefecl, welke benoeming echter door Polignac werd ingetrokken. Van zijne vele werken vermelden wij drie bekroonde stukken; Avantages de la légilimilé; Influence du Chrislianisme sur les inslilutions sodales; en Elogc du duc d'Enghien.

Wijders: Fragmenls d’hisloire et nouvclles (Parijs 1827); Mélanges delitlér. el d’hisl. (Parijs 1828); en F.ntrelien avec Talma.

< >