dus bijgenaamd naar zijne geboorteplaats, de haven Phalerum bij Athene, beroemd redenaar en staatsman, geb. omstreeks 345 v. Chr., omhelsde de macedonische partij, en werd door haren invloed aan het hoofd van het bewind geplaatst (318 v.
Chr.). Hij regeerde met zooveel wijsheid, dat de Atheners hem niet minder dan 360 bronzen standbeelden oprigtlen. Na tien jaren geregeerd te hebben, zag hij zich genoodzaakt de stad te verlaten (308 v. Chr.), en werd zelfs ter dood veroordeeld. In Egypte werd hij met onderscheiding ontvangen door Ptolemeus Lagus. Op aansporing van D. werd het museum gesticht en de later zoo beroemde alexandrijnsche bibliotheek aangelegd. Bij den dood van Ptolemeus Lagus (283 Chr.) liet diens opvolger Ptolemeus Philadelphus, dien D. van den troon had trachten uit te sluiten, hem naar Opper-Egypte overbrengen, waar D. onder staatstoezigt gesteld bleef; doch deze soort van gevangenschap niet kunnende verdragen, maakte D. een einde aan zijn leven door zich opzettelijk te laten verwonden door eene vergiftige slang. Hij had meer dan 50 werken van verschillenden inhoud geschreven ; doch alles, wat onder zijnen naam tot ons is gekomen, is ondergeschoven werk.
