tot in de 14e eeuw eene soort van bondsstaat of geconfedereerde republiek, bestaande uit landschappen, die vroeger het noorderdeel van het Friesche rijk uitmaakten. De bewoners der Z.
Z. noemden zich Vrijs Friezen, in tegenstelling van de overige Friezen, die onderworpen waren door de Franken. De Z. Z. waren:1) het voormalige landschap tusschen de rivier Kinheim en het Vlie; wat nog daarvan beslaat is nog tegenwoordig onder den naam van West-Friesland bekend.
2) de tegenwoordige provincie Friesland, tusschen het Vlie en de Lauwers; door de Hollanders menigmaal verkeerdelijk Oosl-Friesland geheeten, en door de Eraderlanders gemeenlijk West-Friesland genoemd.
3) het tegenw. Groningerland, tusschen de hanwers en de Eems.
4) het tegenw. Oost-Friesland, tusschen de Eems en de Jahde-bocht, dus deel uitmakende van het Hanoversche.
5) het tegenw. Butjadingerland (d.i.Over-Jahde's land), tusschen de Jahde en de Weser.
6) het land tusschen de Weser en de Elve.
7) het land dat zich uitstrekt tusschen de Elve en de Eider, dus hoofdzakelyk het tegenwoordige Dithmafsohen.
