Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Gepubliceerd op 21-10-2021

Darmstadt

betekenis & definitie

hoofd- en residentiestad van het groothertogdom Hessen-Darmstadt, aan het riviertje Darm en aan het begin van den bergweg; 33,000 inw. Reeds in de 11e eeuw was D. bekend, doch tot 1380 was het slechts een dorp, in eigendom toebehoorende aan het grafelijk geslacht van Katzenellnbogen; in 1380 verkreeg de graaf, dat aan D. stads-en vestingregt verleend wierd; in 1479 kwam het door huwelijk aan de dynastie van Hessen, en na den dood van Filips den Grootmoedige verviel D. aan diens jongsten zoon George, stichter der linie Hessen-Darmstadt, die bet tot residentie koos (1567).

< >