bijgenaamd de Ruigharige, wordt gehouden voor den tweeden koning van Frankrijk; men laat hem optreden omstr. 427, als opvolger van Pharamond. Hij veroverde, zegt men, Doornik en Kamerijk; vervolgens werd hij verslagen door Aëtius; daarop maakte hij zich meester van het landschap Artois en van Amiens.
Na deze stad bemagtigd te hebben, zond hij een zijner zonen om het beleg op te slaan voor Soissons; de jonge prins sneuvelde bij dat beleg, en dit trok C. zich derwijze aan, dat hij omstr. 448 stierf van verdriet.