romeinsche maagd, als gijzelares overgeleverd aan Porsenna, koning der Etrusken, die Rome belegerde, redde zich door den Tiber over te zwemmen onder eenen regen van werpspiesen, en kwam behouden in de stad aan 507 v. Chr.
De Romeinen vonden zich verpligt haar aan Porsenna terug te zenden; maar deze koning bewonderde haar stout bestaan derwijze, dat hij haar op vrije voeten stelde en haar nog bovendien een prachtig getoomd paard ten geschenke gaf.