(Carlo Giuseppe Guglielmo),ital. dichter en geschiedschrijver, geb. 6Nov. 1766 te San-Giorgiodel-Canavesein Piëmont.gest. 10 Aug. 1857 te Parijs, studeerde te Turijn in de medicijnen, werd 1792 als aanhanger der fransche revolutie door de sardinische regering in hechtenis genomen, doch door de Franschen bevrijd, trad 1794 als off. van gezondh. in dienst bij het fransche leger van Italië, werd 1799 bij het voorloopig bewind in Piëmont aangesteld, na den slag bij Marengo lid der piëmontesche Consulta, 1814 lid van het Wetgevend ligchaam, dat Napoleon van den troon vervallen verklaarde, na de Restauratie prof. aan de akademie te Rouaan, doch ging weldra ambteloos leven te Parijs. Zijne meesterstukken zijn : Storm d'Italia dal 1789 al 1814 (Parijs 1824) ; Histoire des peuples d'Ilalie (Par. 1825); en de Sloria d'Italia dal 1490 al 1814 (20 dln.
Par. 1832), welke 20 dln. bevatten het werk van Guiccardini, loopende van 1490 tot 1534; het vervolg daarop door B., loopende van 1535 tot 1789; en Storia d'Italia bovengenoemd.(Paul Emile), fransch archeoloog, zoon van den vorige, geb. omstr. 1805, deedeene reis rondom de wereld, hield zich langop de westkusten van Amerika op, ging 1830 naar Egypte, waar hij als geneesheer in dienst van Mehemed-Ali de expeditie naar Sennaar medemaakte; vervolgens tot fransch consul te Alexandrië benoemd, ondernam hij 1837 eene reis naar Arabië, die hij beschreef in de Relation d'un voyage dans VYemen (Parijs 1844). Later als consulair agent naar Mossoel gezonden, begon hij op aansporing van den oriëntalist Julius von Mohl in 1843 bij de in de nabijheid gelegene plaats Khorsabad opgravingen te doen, die, door het fransche gouvernement ijverig ondersteund, al spoedig een schat van gedenkstukken der assyrische oudheid deden vinden. De resultaten van zijne nasporingen zijn vervat in het prachtwerk Monument de Ninive, découvert el décrit par P. E. Botta, mesuré et dessiné par Flandin (5 dln. Parijs 1846—50); in 1857 was B. fransch consul te Triest.
