Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Gepubliceerd op 21-10-2021

Boetzelaer

betekenis & definitie

een oud aanzienlijk, oorspronkelijk kleefsch geslacht, reeds in den vroegsten tijd veel vermaagschapt met de aanzienlijkste familiën in ons land; zoo, bijv.,

(Rutger van den), een der beroemdste krijgshelden van zijnen tijd, diende onder den graaf van Blois, leefde nog in 1379, en was gehuwd met Elizabeth van den Byland.

(Wessel v. d.),zoon van den vorige, was gehuwd met Lutgardc van Redderen.

(Rutger v. d.), zoon van den vorige, werd,door zijn huwelijk met ElborgvanLangerak, eigenaar van de helft der baronie van Asperen, en was de eerste B. die zich in Holland vestigde; Belior, de zuster van zijne vrouw, gehuwd met Arend Piek van Beestdam, behield het kasteel, dat ten zuiden van Asperen stond; en lang leefden de beide zwagers in de beste verstandhouding. Eindelijk echter geraakten ze in onmin, en 1460 werd Rutger v. d. B. door Willem van Buren, een bloedverwant van Arend Piek, doodgeschoten. Hij liet drie zoneu en eene dochter na.

(Zweder v. d.),de derde zoon van Rutger, erfde bel familie-goed in Cleve, en werd de stamvader der Heeren van den Boetzelaer tot Boetzelaer.

(Wessel v. d.), de oudste zoonvanRutger, werd eigenaar van de heerlijkheid Langerak, en is de stamvader der hollandsche Van den Boclzelaers, Heeren Van Langerak en Aspereu.

(Wessel v.d.), achterkleinzoon van den vorige, was een der teekenaars van het verbond der edelen, omhelsde de Hervormde godsdienst, en diende de belangen van ons land tegen Spanje met zooveel ijver, dat hij, 17 Aug. 1568 doofden Bloedraad gebannen, uitdrukkelijk uitgesloten bleef uit de algemeene amnestie 1574; hij schijnt echter heimelijk in het land teruggekeerd, want hij stierf 1575 te Rossem in Gelderland.

(Rutger Wessel baron v. d.), een kleinzoon van den vorige, geb. 1566, gest. 1 Oct. 1632, was eerst gehuwd met Amelia, dochter van den beroemden Filips van Marnix, naderhand met Maria van Zuylen.

Vele leden van dit (thans nog voortlevende) geslacht hebben zich verdienstelijk gemaakt in krijgs-, staat- of letterkunde; zoo werd baron Filips Jacob, een zoonsachterkleinzoon van Rutger Wessel (geb. 1690) in 1730 om zijne verdiensten door keizer Karel VI in den gravenstand verheven.

< >