Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Gepubliceerd op 21-10-2021

Bleiswijk

betekenis & definitie

aanzienlijk dorp in Z.-Holland, 2) uur gaans benoorden Botterdam ; 1489 op brandschatting gesteld door jonker Frans van Brederode, aanvoerder der Hoekschen; 11 Februarij 1490 zware inlegering van krijgsvolk der Kabeljaauwschen onder Jan van Egmond; 29 Nov. 1836 geteisterd door den storm.

< >