volk in transalpijnsch Gallië, was gesplitst in twee groote takken:
1) de Bituriges Cubi, eerst begrepen in Celtica, later ingelijfd bij Aquitania la; ze woonden ten N. van de Lemovices en ten Z. van de Aureliani; hunne hoofdplaats was Avaricum (het tegenw. Bourges), dat ook Bituriges genoemd werd; hun grondgebied vormde later Berry en een gedeelte van het Bourbonnesche,
2) de Bituriges Vivisci of lossi, in Aquitania la, ten W. van de Pretocorii en ten Z. van de Santones; hoofdplaats Burdigala (het tegenwoord. Bordeaux); hun grondgebied vormt tegenw. de arrondissementen Bordeaux, Blaye, Lebourne en het dept. der Gironde. De Bituriges Vivisci waren eene volkplanting van de Bituriges Cubi.