1) koningin van Leon enCastilië, was eene dochter van Raimond IV, en gemalin van Alfons VIII koning van Castilië.Zich 1139verschanst hebbende binnen de muren van Toledo, om die stad tegen de Mooren te verdedigen, vertoonde zij zich op de bolwerken en riep den vijand toe, dat het lafhartig was eene vrouw te komen belegeren, terwijl er roem voor hen te halen viel onder de muren van Oreja, welke stad belegerd was door den koning van Castilië in persoon. Uit eene galanterie, die een denkbeeld kan geven van de zeden van dien tijd, gaven de moorsche ridders dadelijk het bevel om op te breken, en de musulmansche troepen, die gekomen waren om de stad te belegeren, defileerden voor koningin B., als eene hulde aan hare heldhaftigheid en schoonheid.
Zij stierf 3 Febr. 1149.2) oudste dochter van Alfons IX koning van Castilië, trad in den echt met Alfons IX koning van Leon, die 1209 van haar scheidde op grond van bloedverwantschap. Nadat de staten van Castilië haar benoemd hadden tot regentes gedurende de minderjarigheid van haren broeder Hendrik I, deed zij van die waardigheid afstand ten behoeve van den graaf van Lara, die haar vervolgens uit het rijk bande. Zij keerde eerst terug na den dood van haren broeder, dien zij opvolgde 1217, en bragt de kroon over op haren oudsten zoon Ferdinand. Zij stierf 1244.
Berengarius I
koning van Italië, zoon van Eberhard, hertog van Friuli, en Gisela, dochter van Lodewijk den Vrome, liet zich omstr. 888, na de afzetting van Karel den Dikke, te Pavia kroouen als koning van Italië (Opper-Italie, Lombardijë). Zijne mededingers waren : Guy, hertog van Spoleto; Arnulf, koning van Germanië; Lodewijk, zoon van Boson, koning van Arles ook deze drie deden zich, ieder zijnerzijds,als koning erkennen; maar hij ontsloeg zich zoowel van deze mededingers als van de Hongaren, die in Lombardijë vreeselijke verwoestingen aanrigtten. In al zijne oorlogen voorspoedig, stond hij op het toppunt van zijne glorie, toen hij zich 915 door paus Johannes X tot keizer liet kroonen. Doch na zes en dertig jaren metvoorbeeldeloozen voorspoed geregeerd te hebben, deed de naijver der grooten, die de uitbreiding van zijne magt slechts met leede oogen gadesloegen, een nieuwen mededinger tegen hem opstaan, namelijkRudolflI, koning van transjuraansch Bourgondië. Deze overwon hem met behulp van graafBonifacius.en sloot hemin binnen de muren van Verona, waar Berengarius I anno 924 vermoord werd door zekeren Flarnbert, wiens weldoener hij geweest was.
B. II, kleinzoon van den vorige, was een zoon van markgraaf Adalbert van Ivrea, en moest wegens de verdrukking van Hugo, den koning van Italië en Arles, de wijk nemen naar Duitschland bij keizer Otto I, door wiens bescherming hij na den dood van Lotharius tot koning van Italië werd verkoren (950). Naauwelijks'op den troon, ging hij met zooveel hardheid te werk tegen de familie van zijnen voorganger, dat keizer Otto hem daarvoor kwam tuchtigen, en hem nu slechts als leenman in het bezit van Italië liet. Herhaalde malen kwam 11. in opstand tegen den keizer,die9(il eenen veldtogt naar Italië ondernam en B. reeds spoedig gevankelijk liet overbrengeu naar Bamberg, waar hij 966 stierf,