1) een van de Ashantijnen afhankelijk koningrijk op de kust van West-Afrika, in Opper Guinea, veelvoudig doorsneden door kustrivieren en zijtakken van den Niger, is zeer vruchtbaar en rijk aan produkten, doch heeft een ongezond klimaat, en eene zeer talrijke bevolking, bestaande uit lieden die woest en oorlogzuchtig zijn, menschen als offeranden slagten en als slaven verkoopen, en goddelijke eer bewijzen aan hunnen koning, die onbeperkt alleenheerscher is, eene strijdmagt van 100,000 man in het veld kan brengen, en er 3 a 4 honderd vrouwen op na houdt. Sterft hij, dan wordt zijn lijkneergelaten in een diepen put,waaruit hij tienjaren later, beweren zij, terug zal komen, om op nieuw over hen te regeren.
Op zijn lijk worden eene menigte personen levend in den zelfden put begraven, om hem gezelschap te houden, vooral zijne gunstelingen.2) de hoofdstad van B., 32 mijlen van de uitwatering der
3) B.-rivier; de stad telt 15,000 inw., is omringd van eene gracht, en was voorheeneenedoor den slavenhandel zeer belangrijke plaats.