Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Gepubliceerd op 21-10-2021

Baumannshöhle

betekenis & definitie

d. i. de grot van Baumann, dus genoemd naar den mijnwerker Baumann, die haar 1672 ontdekte en zes dagen er in rondzwierf zonder den uitgang te kunnen vinden, zoodat hij van uitputting en angst stierf; ligt in het hertogdom Brunswijk, 2 uren gaans van Blankenburg, digt bij het dorp Rübeland ; merkwaardige grot, bestaat uit 6 groote en verscheidene kleine gewelven, te zamen ter lengte van 768 vt.; overal, maar vooral in het derde gewelf, groteske dropsteenfiguren, zuilen, enz.

< >