Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Gepubliceerd op 29-11-2021

Barthold Hendrik Lulofs

betekenis & definitie

nederlandsch philoloog, geb. 22 Maart 1787 te Zutphen, 1815 hoogleeraar der nederl. taal en letterkunde te Groningen, gest. 20 Juni 1849, heeft zich door eene groote menigte geschriften zeer verdienstelijk gemaakt. Wij noemen alleen van L.: De declamatie of de kunst enz. van uiterlijke welsprekendheid (Gron. 1848).

< >