(Joost van Trappen), denkelijk de vader der beide hieronder vermelden, was uit geringe ouders te Vlissingen geboren, en reeds in 1624 kapitein ter zee; in 1628 hielp hij Piel Hein de spaansche Zilvervloot vermeesteren, had eene roemrijke loopbaan, zoo ook deel aan de overwinning in 1639 door Tromp behaald op de spaansche vloot in Duins. In 1646 werd B. door de West-indische Compagnie met eene vloot naar Brazilië gezonden; in weerwil van zeer ongunstige omstandigheden handhaafde hij schitterend zijnen roem ook op dezen togt, die echter noodlottig voor hem werd, daar hij op de terugreis aan eene beroerte overleed.
(Adriaan), geb. te Vlissingen,in 1666 luitenant-admiraal, woonde als zoodanig in dat zelfde jaar den zwaren zeeslag bij tegen de Engelschen onder admiraal Monk; in 1667 kwam B. zich bij de zegevierende hollandsche vloot te Chatham voegen, en zeilde met 14 schepen nog verder den Teems op; blonk door zijne heldhaftigheid uit in 1672 tegen de engelsch-fransche vloot; streed met den grooten de Ruiter dapper in 1673 tegen de engelsche vloot; vergezelde de Ruiter in 1674 op oenen roemrijken togt naar de franschckust;en stierf! 684 te Middelburg.
(Johan), denkelijk een broeder van den vorige, was kapitein ter zee,en sneuvelde 13 Junij 1665 in denslagtegen de Engelschen, den zelfden dag toen Wassenaar Obdam met zijn schip in de lucht vloog.