(François le Coigneux de), een fransch dichter, geb. te Parijs 1624, gest. 1702,behborde tot de partij der Fronde, doch onttrok zich later aan de staatkunde, om geheel voor het vermaak en de letteren te kunnen leven. Hij was een boezemvriend van Chapelle, met wien hij die luchtige reis deed, waarvan het verhaal beider naam onsterfelijk heeft gemaakt.
B.had een aantal liederen en gedichten vervaardigd, maar verzuimd die bijeen te houden. Zijne Voyage,én van zijne gedichten die,welke niet verlorenzijn, werden met de werken van Chapelle uitgeg. doorLefebre de Saint-Marc (1 dl. in 12°., 1755), en Constant Letellier(1826, in8°.)(L. Petit de) een der voornaamste leden van het genootschap van mevrouw Doublet, geb. omstr. 1700, gest. 1771, schreef voor het genootschap, waarvan hij lid was, eene soort van historisch en letterkundig dagboek, loopende van 1762 tot 1771. Na zijnen dood verzamelde men zijne aanteekeningen.en gaf ze in 1777 in het licht onder den titel van : Mémoires secrets pour servir à l’histoire de la république des lettres (6 dln., in 12°.). Na hem is dit werk voortgezet en aangegroeid tot 36 dln. Men vindt er vele opmerkelijke anecdoten in.
