Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Gepubliceerd op 21-10-2021

Avenzoar

betekenis & definitie

of Abenzoar, arab. geneesheer, een Jood, geb. te Penaflor, bij Se villa, gest. 1161 op 92-jarigen leeftijd, maakte veel naam door zijne bekwaamheid in de geneeskunde, werd uit zijn land verdreven door de kuiperijen van zijne benijders, vond een warm beschermer in Joessoef-ben-Tasjfin, vorst van Marokko, en had tot leerling den beroemden Averrhoës. Hij heeft eene verhandeling over de geneeskunde nagelaten, die in het Latijn vertaald is onder den titel van ; Reclificatio medicationis el regiminis (Venetië 1490, in fol.;Lyon, 1531, in 8°), waarin men dingen aantreft, waaruit nog heden ten dage nut is te trekken.

< >