Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Gepubliceerd op 21-10-2021

Ariël

betekenis & definitie

(d. i. Leeuw Gods, heldhaftig strijder voor God), naam van verscheidene personen in het Oude Testament; Jezaias (39: 1, 2, 7) geeft ook overdragtelijk aan de stad Jeruzalem dezen eernaam, eigentlijk daarmede bedoelende het brandolfer-altaar in den tempel (zie Ezechiël 43 : 15 en 16).

fn de demonologie der Kabbala is A. een watergeest.

Beroemd is ook de luchtgeest A. in Shakespeare’s •Storm”.

< >