1) A. heet de zich aan gene zijde van denGangesuitstrekkendeengelsche bezitting in Indié, die het oostelijk kustland van de golf van Bengalen in zich sluit, van den mond der Naf-rivier af tot aan kaap Negrais. In eene regte lijn van het noorden naar het zuiden wordt A. ten oosten begrensd door de bergketen Yuma en ten westen door de zee, en beslaat 515 vierk. mijlen met ruim 300,000 inw.
In vroeger tijd een onafhankelijk koningrijk, werd A. herhaaldelijk geteisterd door invallen van de Mongolen en van de Peguauen; in 1783 werd het veroverd door de Birmanen, door wie het 1824, bij den vrede te Vandaboe, aan de Engelschen afgestaan werd. Het bergachtige, met digte bosschen doorsneden land is tevens rijk aan rivieren, meren en bogten. Rijst, indigo, timmerhout en zout zijn de voornaamste uitvoer-artikelen. Nagenoeg de helft der bevolking is zamengesteld uit Birmanen, Indianeu en Mahomedanen. De inboorlingen, Magh genoemd door deBengalezen.zijn belijders van de leer van Boeddha of Buddha, en van chineesch-mongoolsche afkomst. Onder het engelsche bestuur ontwikkelt A. zich met rassche schreden, en belooft in een staatkundig opzigt, alsook wat de opbrengst van den grond betreft, eene zeer gewigtige bezitting voor Engeland te worden.2) A., eens de hloeijende hoofdstad van het geheele rijk, hierboven vermeld, is zeer in verval geraakt, en telt tegenwoordig naauwelijks 20,000 inw.
3) de voornaamste rivier van Aracan, stort zich, ten zuidenjvan de stad Aracan, in de golf van Bengalen.
4) A. (archipel van), in de golf van Bengalen, bestaat uit verscheidene langs de oostkust van Aracan gelegene eilanden, van welke de voornaamste Ramri en Tsjedaba zijn.
