Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Gepubliceerd op 29-11-2021

Antonio de Solis

betekenis & definitie

spaansch letterkundige, geb. 1610 te Alcala, eerst secretaris van Filips IV, 1661 benoemd tot historiograaf der Indiën, sedert 1666 geestelijke, gest. 1686 te Madrid. Men heeft van hem negen blijspelen (Comcdias, Madrid 1681, dikwijls herdrukt), Poesias (Madrid 1692,dikwijls herdrukt), en de beroemde »Geschiedenis van Mexico" (Madrid 1681 in fol.; 4 tlln.

Madrid 1825; 5 dln. Parijs 1826).

< >