graaf van Dammartin, onderscheidde zich 1428 bij het beleg van Orleans, en had een groot deel aan de krijgsbedrijven van Jeanne d'Arc. Vervolgens stelde hij zich aan het hoofd van eene bende roovers, bekend onder den naam van Ecorcheurs, en verwoestte met hen Bourgogne, Champagne en Lotharingen.
In 1430 verliet hij deze bende, en trad in dienst van Karel VII, wien hij eenige jaren later eene belangrijke dienst bewees, door hem de ontdekking te doen van eenezamenzwering van den dauphin (laterLodewijk XI). Toen deze op den troon kwam (1461), werd C. in de Bastille geworpen, doch wist 1463 uit zijnen kerker te ontsnappen ; in 1468 ontving hij gratie, en werd zelfs de vertrouweling van den vorst, die hem eerst gevangen had doen zetten; sedert dat tijdstip diende C. hem trouw en dapper, en stierf 1485 als stadhouder van Parijs voor Karel VIII.