d. i. Vilders, zoo noemt men dikwijls de benden avonturiers, die in de 15e eeuw verwoesting brachten over een gedeelte van Europa, even als de Pastoureaux, Maillolins, Routiers, Cabochiens, enz.
De E. begonnen hunne strooptochten in Henegouwen (1437), tijdens den opstand der Nederlanden tegen den hertog van Burgumiie. Hunne sterkte (zegt Mézeray) bedroeg tot over de 100,000 man, en de beste veldheeren der eeuw schaamden zich niet, zich aan het hoofd der E. te stellen: hunne voornaamste aanvoerders zijn geweest Villandras, Chabannes, graaf Danimartin, de bastaard van Armagnac, enz. Volgens sommigen gaf men hun den naam van E., omdat ze hunne gevangenen, gelijk men zegt, het vel over de ooren haalden, dat is, van alles beroofden en ontkleedden tot op het hemd ; volgens anderen, omdat er onder die vrijbuiters zoo velen waren, die vroeger óf slachter óf vilder van hun handwerk waren geweest. Zie ook CABOCHE.
