Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Gepubliceerd op 21-10-2021

Anjum

betekenis & definitie

1) eertijds Aninghem, ook wel Anygum, een oud en groot dorp, met 1200 inw., in de prov. Friesland, 7 uren gaans ten noordoosten van Leeuwarden; leed veel door den Allerheiligenvloed 1570; meer nog hij den Kersvloed 1717, waarbij te A. 53 menschen omkwamen.

2) A., van ouds Aninghem, ook wel Anyjuni, een in 1256 gesticht klooster van reguliere kanunniken, in de prov. Friesland, 5 uren in westelijke rigting ten noorden van Leeuwarden, heette aanvankelijk Maria's Herg. In 1572 diende dit klooster veelal tot legerplaats voor spaansche troepen, die van daar uitgingen, om in de omstreken te plunderen en te moorden. Ofschoon het klooster sedert ruim 2 eeuwen niet meer bestaat, draagt het gehucht, dat thans daar gevonden wordt, nog steeds den naam Anjum of klooster Anjum.

< >