bijgenaamd de Jonge, zoon van Izaac Angelus, werd 1201 door de Kruisvaarders op den troon gebragt; hij bevrijdde zijnen vader uit de gevangenis, waarin deze door A. III geworpen was, en deelde met hem het rijksbestuur.
De verbazende sommen gelds, die aan de Kruisvaarders moesten worden uitgekeerd voor hunne verleende hulp, bragten het volk tot opstand; en na zes maanden geregeerd te hebben, werd A. IV van den troon geworpen en gewurgd door Ducas Murzuphle.