Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Gepubliceerd op 21-10-2021

Alblasserwaard

betekenis & definitie

eene landstreek gelegen tusschen de Merwe en de Lek en het land van Arkel, doorstroomd door het riviertje Alblas waaraan zij haren naam ontleent, circa 24,000 bunders groot, meest weiland en hennepland. De A. ligt 1.70 onder Amsterdamsch Peil en heeft zeer dikwijls veel geleden van overstrooming ten gevolge van dijkbreuken.

Zoo liep de A. in Januarij 1573 door liet bezwijken van den Lekdijk, bij Ameide, en van den Diefdijk nagenoeg geheel onder water; en ten einde de Spanjaarden te beteugelen liet men haar geïnundeerd tot 1577, hetgeen intusschen eene pestziekte ten gevolge had. In 1540 heerschte in de A. eene verschrikkelijke veepest, waardoor nagenoeg 6000 runderen werden weggesleept. In 1512 deden de Gelderschen een inval in de A., en voerden vele mannen als gevangenen weg, zoomede een rijken geroofden buit. Het eenige stadje in de A. was Nieuwpoort, eertijds eene vrij belangrijke vesting, doch thans geheel in verval.