een landschap aan het Tzana- of Tanameer, onderhoorig aan den vorst van Amhara. De Aina is rijk aan vee, en strekt zich uit ten zuidwesten van Lasla.
In dit landschap A. zijn de voor de Abyssiniërs gewigtige rotskerken van Lalibela, lmeralia en Belbela,gehouwen uit den trachytischen tufsteen der vulkanische hoogvlakten.