(zonae). Door de keerkringen en de poolcirkels wordt de oppervlakte der aarde verdeeld in vijf ongelijke deelen, welke A. worden genoemd of luchtstreken.
Dat gedeelte, hetwelk zich aan weerszijde van den aequator tot aan de beide keerkringen uitstrekt, wordt de heete of verzengde aardgordel genoemd; de beide deelen, die zich tusschen de keerkringen en de poolcirkels uitstrekken, heeten gematigde A.; en eindelijk de beide deelen, die zich uitstrekken van de poolcirkels tot aan de polen, dragen den naam van koude A. De heete A. strekt zich aan weerszijden van den aequator uit tot op 23 ½ graden, en beslaat alleen ⅖ van de gansche oppervlakte der aarde.; de beide gematigde A. strekken zich uit van 23½ tot 66½ graden, en beslaan te zamen ruim de helft van de gansche aardoppervlakte; de beide koude A. strekken zich uit van 66½ tot 90 graden, en beslaan van de oppervlakte der aarde ieder slechts .