Gepubliceerd op 14-06-2022

Voetbekleeding

betekenis & definitie

Deze bestaat uit de kousen (zie aldaar) en het schoeisel. Dit laatste heeft een zeer grooten invloed op den vorm van den voet.

Het is een treurig feit, dat een normale, niet misvormde voet bij volwassenen tot de uitzonderingen behoort, en dat de schuld dezer misvorming in de meeste gevallen rust op ondoelmatig schoeisel, dat niet voldoende in overeenstemming met bouw en functie van den voet is. Klagen de kinderen bij het aanpassen, dat de schoen knelt, dan troost de schoenmaker: „Dat gaat wel over, de schoen rekt wel naar den voet”. Bijna altijd echter gaat het, althans voor een groot deel, juist omgekeerd, en is het de voet als zwakste, die zich schikt naai den schoen, tot nadeel van vorm en functie. De gevolgen zijn het naar de buitenzijde gedrongen worden van den grooten teen, het in het vleesch groeien der nagels, het optreden van likdoorns enz. Het ideaal zou zijn dat iedereen zijn schoenen naar maat liet vervaardigen; zoolang dit om practische redenen niet te bereiken is, stelle men de eischen bij het passen hooger. Van een goeden schoen mag gevergd worden, dat de voet gemakkelijk op de zool rust, dat deze laatste voldoende buigbaar zij om de veerkrachtige beweging van den voet te volgen, dat de teenen voldoende ruimte vinden om zich vrij te kunnen bewegen, dat de hak breed zij, en eindelijk dat de sluiting op de wreef zoo nauwkeurig zij, dat zelfs bij het afdalen van een berg de voet niet in den schoen naar voren glijden kan.