Bij dit instrument bevinden zich in een koperen buis 2 bolle lenzen (of stelsels daarvan), waarvan de grootste, naar het oog van den onderzoeker gekeerde, den naam draagt van oculair, de kleinste, die naar het te onderzoeken voorwerp gericht is, objectief heet. Onder het objectief bevindt zich een plat vlak, de objectieftafel, waarop het te onderzoeken voorwerp komt te liggen.
In het midden van dit vlak is een ronde opening, waardoor het licht geworpen wordt door een eronder geplaatsten spiegel. Dit is in hoofdtrekken de samenstelling van het instrument, door welks voortdurende vervolmaking het ten slotte gelukt is een geheel nieuwe wereld voor het oog zichtbaar te maken, o.a. de bacteriën en de fijnere samenstelling der verschillende weefsels.
