en ziekten daarvan. De eileiders of moedertrompetten (Tuba of Salpinx) zijn vliezige, kronkelend verloopende, 10 tot 16 c.M. lange buizen, die rechts en links in den vrijen rand van den breeden moederhand zoo gelegen zijn, dat zij boven den eierstok komen te liggen.
De opening dier buizen komt boven in de baarmoederholte uit, terwijl het andere, vrije uiteinde trechtervormig uitloopt en aan den rand met franje omgeven is. Eileiderontsteking of salpingitis is de meest voorkomende ziekte van dit orgaan; zij is het gevolg van een infectie met gonococcen, tuberkelbacillen of etterbacteriën, meestal van uit de baarmoeder. De verschijnselen zijn pijn (vooral bij beweging), menstruatie-stoornissen (menorrhagie) en teekenen van prikkeling van het buikvlies. Koorts is in den regel aanwezig. Bij vorming van een etterzak kan deze doorbreken naar blaas, darm, of in de vrije buikholte; dit laatste is het gevaarlijkst. Salpingitis kan oorzaak worden van hysterie en onvruchtbaarheid. De behandeling is aanvankelijk ontstekingwerend (bedrust, ijs op den buik), later oplossend of resorbeerend (warme uitspoelingen der scheede, 45° C, en een scheedetampon met glycerine).
Badkuren in Dax, Franzensbad, Kreuznach en andere plaatsen. In vele gevallen zal men tot operatie moeten overgaan.Bloeding in den E., Haematosalpinx, kan ontstaan door barsten van een buitenbaarmoederlijke zwangerschap of door ophooping en stuwing van menstruaalbloed, indien de natuurlijke uitvoeropening gesloten is. Meestal is operatie hierbij noodig.
