de wortelknollen van Solanum tuberosum, een plant van de familie der Nachtschaden. Zij worden algemeen gegeten en vormen nevens het brood het hoofdvoedsel der arbeidende klasse. Zij bevatten ongeveer 21 % zetmeel, 2 % eiwit, 76 % water; van vet zijn slechts sporen voorhanden, daarentegen hebben zij een kaligehalte van 0.58 % (vandaar koken met zout noodzakelijk).
Voor hoofdvoedsel werden zij vroeger, van een theoretisch standpunt beschouwd, wegens hun armoede aan vet en eiwit niet geschikt geacht. Met andere voedingsmiddelen gebruikt, welke in voldoende mate vet en eiwit bevatten, hebben zij grootevoedingswaarde, niet het minst door hun gehalte aan vitaminen.
De wijze van toebereiding is niet zonder beteekenis voor hun voedingswaarde. Door het koken wordt het zetmeel geschikt gemaakt om verteerd te worden. Zeer hard gebakken aardappelen verteren moeilijk en zijn daarom schadelijk; halfrauwe of zonder zout gekookte aardappelen eveneens, en om dezelfde reden. Zieke, bevroren, met spruiten bezette en onrijpe aardappelen zijn ongezond.