Funerair Lexicon

H.L.Kok (2002)

Gepubliceerd op 31-05-2017

Ontvlezen

betekenis & definitie

In de prehistorie, onder andere bij de Kelten, werden prominente doden 'ontvleesd'. Hiervoor gebruikte men een krans van palen.

Men geloofde dat de geest van de overledene bevrijd zou worden door het vlees van de botten te laten rotten, geholpen door het weer, wind en wilde dieren. In het geval van een archeologische vondst aan de Britse Oostkust in het dorpje Holme-next-the-Sea gebeurde dat op een soort altaar in de vorm van een omgekeerde eikenstronk met de wortels omhoog. Het idee moet zijn geweest, dat de overledene als het ware via de wortels van de stam weer terugkeerde in de schoot van Moeder Aarde.

Van dergelijke houtcirkels zijn vaker sporen gevonden in Europa, maar meestal waren alleen de gaten waarin de palen ooit stonden, bewaard gebleven; de palen zelfzijn vrijwel altijd verdwenen. De locatie stelde archeologen voor een probleem. De houtcirkel met altaar lag toen het zo'n vierduizend jaar geleden werd opgetrokken, niet in zee, maar in een moerasgebied met wilgen en hazelaars. De eikenstammen kwamen uit een naburig, inmiddels verdwenen woud. Het moeras is daarna bedekt geraakt onder een dikke laag veengrond, die de houtcirkel eeuwenlang perfecte bescherming bood. Toen het geheel onder de beschermde veenlaag vandaan was gekomen, blootgesteld aan de eraderende werking van de getijden, was het moment ineens zeer kwetsbaar geworden. Op vrijdag 16 juli 1998 werd het geheel, dat ondertussen de naam had gekregen van 'Saehenge', veilig gesteld en ter conservering overgebracht naar het archeologisch centrum in Flag Fen.