adj. & adv., heech; — van bouw, heechstallich; — opstaand, heechop(pich); een vrij hoge prijs, in stive priis; een — woord voeren, in steil wurd dwaen; bij — en bij laag, by heech en by leech, by tsjok en by tin; — lopen (v. twist), om mâllens gean; het hoge woord moest er uit, it hurde wurd moast der út; het is — water (na vloed), it wetter is oan; die rekening is veel hoger dan ik verwachtte, dy rekken bigreatet my gâns; te — op het hoofd staand (vhoed) til, tillerich, tilderich.
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk